maaltijd
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈmaːltɛi̯t/
audio (file) - Hyphenation: maal‧tijd
Etymology 1
From Middle Dutch maeltijt. Equivalent to maal (“meal”) + tijd (“time”). Compare German Mahlzeit, English mealtide, Icelandic máltíð.
Noun
maaltijd m (plural maaltijden, diminutive maaltijdje n)
- meal
- Synonym: maal
- We genoten van een heerlijke maaltijd in het restaurant.
- We enjoyed a delicious meal at the restaurant.
- Tijdens de lunch hebben we altijd een gezamenlijke maaltijd met collega's.
- During lunch, we always have a communal meal with colleagues.
- De studenten koken samen en delen de kosten van de gezamenlijke maaltijden in het studentenhuis.
- The students cook together and share the costs of the communal meals in the student house.
Derived terms
- maaltijdbezorger
- maaltijdcheque
- maaltijden (verb)
- maaltijdsalade
- maaltijdvergoeding
Descendants
- Afrikaans: maaltyd
- Negerhollands: maaltied, maaltit, maeltid
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.