Westerkwartier

Dutch

Etymology

See also Dutch Low Saxon Westerkertier.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈʋɛs.tər.kʋɑrˌtiːr/
  • Hyphenation: Wes‧ter‧kwar‧tier

Proper noun

Westerkwartier n

  1. A municipality of Groningen, Netherlands.
    Meronyms: Aalsum, Aduard, Aduarder Voorwerk, Aduarderzijl, Allersma, Antum, Bakkerom, Balmahuizen, Barnwerd, Beswerd, Blauw, Boerakker, Boerenstreek, Bokkebuurt, Bolshuizen, Breemen, Brillerij, Briltil, Buikstede, De Bombay, De Eest, De Haar, De Haspel, De Holm, De Jammer, De Jouwer, De Kampen, De Linde, Den Ham, Den Horn, De Poffert, De Ruigewaard, De Snipperij, De Tenten, De Wieren, De Wijk, De Wilp, Diepswal, Doezum, Dorp, Dwarshaspel, Eekeburen, Eibersburen, Electra, Englum, Enumatil, Ezinge, Faan, Feerwerd, Fransum, Fransumer Voorwerk, Frytum, Gaaikemadijk, Gaaikemaweer, Gaarkeuken, Garnwerd, Grijpskerk, Grootegast, Hamrik, Hardeweer, Heereburen, Heineburen, Het Schoor, Hilmahuis, Hoogemeeden, Ikum, Jonkersvaart, Kenwerd, Keuningswijk, Kokswijk, Kommerzijl, Kornhorn, Korhorn, Krassum, Kroonsfeld, Kuzemer, Kuzemerbalk, Lagemeeden, Lammerburen, Lauwerzijl, Leek, Lettelbert, Lucaswolde, Lutjegast, Marum, Midwolde, Niebert, Niehove, Niekerk, Nieuwbrug, Nieuwklap, Niezijl, Noorderburen, Noordhorn, Noordhornerga, Noordhornertolhek, Noordwijk, Nuis, Okswerd, Oldehove, Oldekerk, Oosterzand, Oostindië, Oostwold, Oostum, Opende, Pama, Pasop, Peebos, Pieterzijl, Ruigezand, Saaksum, Schifpot, Sebaldeburen, Selwerd, Spanjaardsdijk, Steentil, Suttum, 't Hoekje, 't Kret, 't Malijk, Tolbert, Tolhek, Topweer, Trimunt, Veldstreek, Visvliet, Westerhorn, Westerzand, Wierumerschouw, Willemstad, Zandwijk, Zethuis, Zevenhuizen, Zuiderburen, Zuidhorn
  2. A historical region in Groningen, Netherlands.
  3. A neighbourhood of Delft, Zuid-Holland, Netherlands.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.