zweven
Dutch
Etymology
From Middle Dutch swēven, from Old Dutch sweven, from Proto-Germanic *swibāną.
Pronunciation
- IPA(key): /ˈzʋeː.və(n)/
Audio (file) - Hyphenation: zwe‧ven
- Rhymes: -eːvən
Verb
zweven
- (intransitive) to float, to hover
- (intransitive) to glide
- 1992, Geoff Bullock, "Opwekking 488" (tr. of "The Power of your love"), tr. by Mireille Schaart, Opwekkingsliederen/Evangelische Liedbundel .
- […] ik voel Uw kracht / en stijg op als een arend / dan zweef ik op de wind / gedragen door Uw geest / en de kracht van Uw liefde — I feel your force / and ascend like an eagle / then I glide in the wind / drawn by your spirit / and the force of your love
- (please add an English translation of this quotation)
- 1992, Geoff Bullock, "Opwekking 488" (tr. of "The Power of your love"), tr. by Mireille Schaart, Opwekkingsliederen/Evangelische Liedbundel .
Inflection
Derived terms
- aanzweven
- afzweven
- binnenzweven
- buitenzweven
- doorzweven
- inzweven
- nazweven
- neerzweven
- omzweven
- ontzweven
- opzweven
- overzweven
- rondzweven
- verzweven
- voortzweven
- voorzweven
- wegzweven
- zweefbrug
- zweefmolen
- zweefsport
- zweefsprong
- zweefster
- zweefteef
- zweeftoestel
- zweeftrein
- zweeftuig
- zweefveer
- zweefvlieg
- zweefvliegen
- zweefvliegtuig
- zweefvlucht
- zweefvoertuig
- zweefzadel
- zwever
- zweverig
- zweving
Descendants
- Afrikaans: sweef
- Negerhollands: sweev
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.