zwaarlijvig

Dutch

Etymology

Compound of zwaar + lijf + -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌzʋaːrˈlɛi̯.vəx/
  • (file)
  • Hyphenation: zwaar‧lij‧vig

Adjective

zwaarlijvig (comparative zwaarlijviger, superlative zwaarlijvigst)

  1. obese
    Synonym: obees

Inflection

Inflection of zwaarlijvig
uninflected zwaarlijvig
inflected zwaarlijvige
comparative zwaarlijviger
positive comparative superlative
predicative/adverbial zwaarlijvigzwaarlijvigerhet zwaarlijvigst
het zwaarlijvigste
indefinite m./f. sing. zwaarlijvigezwaarlijvigerezwaarlijvigste
n. sing. zwaarlijvigzwaarlijvigerzwaarlijvigste
plural zwaarlijvigezwaarlijvigerezwaarlijvigste
definite zwaarlijvigezwaarlijvigerezwaarlijvigste
partitive zwaarlijvigszwaarlijvigers

Derived terms

  • zwaarlijvigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.