weersvoorspelling
Dutch
Alternative forms
- wedervoorspelling (archaic)
- weervoorspelling
Etymology
From weer (“weather”) + -s- + voorspelling (“forecast”).
Pronunciation
- IPA(key): /ˈʋeːrs.foːrˌspɛ.lɪŋ/
Audio (file) - Hyphenation: weers‧voor‧spel‧ling
Noun
weersvoorspelling f (plural weersvoorspellingen, diminutive weersvoorspellinkje n)
Descendants
- Afrikaans: weervoorspelling
Further reading
- “weersvoorspelling” in Woordenlijst Nederlandse Taal – Officiële Spelling, Nederlandse Taalunie. [the official spelling word list for the Dutch language]
- weersvoorspelling on the Dutch Wikipedia.Wikipedia nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.