verraad
Dutch
Pronunciation
- Rhymes: -aːt
- IPA(key): /vəˈraːt/
Audio (file)
Noun
verraad n (uncountable)
- betrayal, treason
- Hij werd beschuldigd van verraad tegen het koninkrijk. ― He was accused of treason against the kingdom.
- Haar verraad deed hem diep pijn. ― Her betrayal hurt him deeply.
- Ze kon niet geloven dat haar beste vriend zulk een verraad kon plegen. ― She couldn't believe that her best friend could commit such betrayal.
Derived terms
Anagrams
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.