verraad

Dutch

Pronunciation

  • Rhymes: -aːt
  • IPA(key): /vəˈraːt/
  • (file)

Noun

verraad n (uncountable)

  1. betrayal, treason
    Hij werd beschuldigd van verraad tegen het koninkrijk.He was accused of treason against the kingdom.
    Haar verraad deed hem diep pijn.Her betrayal hurt him deeply.
    Ze kon niet geloven dat haar beste vriend zulk een verraad kon plegen.She couldn't believe that her best friend could commit such betrayal.

Derived terms

Verb

verraad

  1. inflection of verraden:
    1. first-person singular present indicative
    2. imperative

Anagrams

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.