verkeerd

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /vər.ˈkeːrt/
  • (file)
  • Rhymes: -eːrt

Adjective

verkeerd (comparative verkeerder, superlative verkeerdst)

  1. wrong
  2. distorted

Inflection

Inflection of verkeerd
uninflected verkeerd
inflected verkeerde
comparative verkeerder
positive comparative superlative
predicative/adverbial verkeerdverkeerderhet verkeerdst
het verkeerdste
indefinite m./f. sing. verkeerdeverkeerdereverkeerdste
n. sing. verkeerdverkeerderverkeerdste
plural verkeerdeverkeerdereverkeerdste
definite verkeerdeverkeerdereverkeerdste
partitive verkeerdsverkeerders

Derived terms

Descendants

  • Negerhollands: verkeert
  • Petjo: ferkeer, ferkeerde

Participle

verkeerd

  1. past participle of verkeren

Inflection

Inflection of verkeerd
uninflected verkeerd
inflected verkeerde
positive
predicative/adverbial verkeerd
indefinite m./f. sing. verkeerde
n. sing. verkeerd
plural verkeerde
definite verkeerde
partitive verkeerds
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.