uitvoerig

Dutch

Etymology

From uitvoeren + -ig.

Pronunciation

  • (file)

Adjective

uitvoerig (comparative uitvoeriger, superlative uitvoerigst)

  1. extensive
    Synonym: uitgebreid
    Antonyms: beperkt, beknopt
    Hij gaf een uitvoerige beschrijving van het ontwerp.He gave an extensive description of the design.

Inflection

Inflection of uitvoerig
uninflected uitvoerig
inflected uitvoerige
comparative uitvoeriger
positive comparative superlative
predicative/adverbial uitvoeriguitvoerigerhet uitvoerigst
het uitvoerigste
indefinite m./f. sing. uitvoerigeuitvoerigereuitvoerigste
n. sing. uitvoeriguitvoerigeruitvoerigste
plural uitvoerigeuitvoerigereuitvoerigste
definite uitvoerigeuitvoerigereuitvoerigste
partitive uitvoerigsuitvoerigers

Adverb

uitvoerig

  1. extensively
    Synonym: uitgebreid
    Antonyms: beperkt, beknopt
    Ze praatte uitvoerig over haar plannen voor de toekomst.She talked extensively about her plans for the future.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.