uitkijken
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈœy̯tˌkɛi̯.kə(n)/
Audio (file) - Hyphenation: uit‧kij‧ken
Verb
uitkijken
- (transitive) to watch (something) until the end.
- Ik wil deze film uitkijken voordat ik naar bed ga. ― I want to watch this movie until the end before I go to bed.
- Hij heeft het hele concert uitgekeken. ― He watched the entire concert.
- Kun je deze video voor me uitkijken en me laten weten wat je ervan vindt? ― Can you watch this video for me to the end and let me know what you think?
- (intransitive) to look out, to watch out, to be vigilant.
- Uitkijken! Er komt een auto aan. ― Watch out! A car is coming.
- Je moet uitkijken bij het oversteken van de straat. ― You should be vigilant when crossing the street.
- Ze keek uit terwijl ze door het donkere bos liep. ― She looked out as she walked through the dark forest.
- (transitive with naar) to look forward to.
- Ik kijk uit naar onze vakantie volgende maand. ― I look forward to our vacation next month.
- Zij kijkt uit naar de ontmoeting met haar oude vrienden. ― She looks forward to meeting her old friends.
- We kijken allemaal uit naar het feest van volgende week. ― We all look forward to the party next week.
Inflection
Derived terms
Related terms
- kijkuit (cf. Kykuit, known also as the John D. Rockefeller Estate)
Etymology 2
See the etymology of the corresponding lemma form.
Anagrams
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.