toneelkijker
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /toːˈneːlˌkɛi̯.kər/
Audio (file) - Hyphenation: to‧neel‧kij‧ker
Noun
toneelkijker m (plural toneelkijkers, diminutive toneelkijkertje n)
- opera glass
- 1975, Louis Couperus, "De binocle", in De Revisor, 29 (first published in 1920).
- Vlug schoot het door hem heen, dat de vierde rang - waar hij al eens, achter, gezeten had - toch wel ver van het toneel was verwijderd en dat een toneelkijker wel van dienst zou zijn...
- (please add an English translation of this quotation)
- 1975, Louis Couperus, "De binocle", in De Revisor, 29 (first published in 1920).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.