oppervlakte

Dutch

Etymology

opper- + vlakte.

Could be a calque of Latin superficiēs.

Attested since at least 1704.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔ.pərˌvlɑk.tə/
  • (file)
  • Hyphenation: op‧per‧vlak‧te

Noun

oppervlakte f (plural oppervlakten or oppervlaktes)

  1. (geometry) area
  2. surface

Derived terms

Descendants

  • Afrikaans: oppervlakte

References

"oppervlakte" in: Sijs, Nicoline van der , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen , 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.