kroniek
Dutch
Etymology
From Middle Dutch cronike, borrowed from Latin chronica, from Ancient Greek χρονικόν (khronikón), neuter of χρονικός (khronikós).
Pronunciation
- IPA(key): /kroːˈnik/
Audio (file) - Hyphenation: kro‧niek
- Rhymes: -ik
Noun
kroniek f (plural kronieken, diminutive kroniekje n)
- (often in the plural) chronicle, annals
- 2010, Herziene Statenvertaling, 1 Koningen 16, xiv.
- Het overige nu van de geschiedenis van Ela, alles wat hij gedaan heeft, is dat niet beschreven in het boek van de kronieken van de koningen van Israël?
- As for the remainder of the history of Elah, all that he has done, is that not written in the book of the chronicles of the kings of Israel?
- De kronieken van het middeleeuwse klooster beschrijven het dagelijks leven van de monniken.
- The chronicles of the medieval monastery describe the daily life of the monks.
- De kronieken van het koninkrijk bevatten gedetailleerde verslagen van historische gebeurtenissen.
- The annals of the kingdom contain detailed records of historical events.
- De kronieken van de stad bieden een uitgebreid overzicht van de ontwikkeling en groei van de stad.
- The chronicles of the city provide a comprehensive overview of its development and growth.
- 2010, Herziene Statenvertaling, 1 Koningen 16, xiv.
Descendants
- → Indonesian: kronik
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.