huisgodendienst
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɦœy̯s.xoː.də(n)ˌdinst/
- Hyphenation: huis‧go‧den‧dienst
Noun
huisgodendienst m (uncountable)
- (dated) worship of household deities
- 1862, Th. Eisenlohr, Het Israëlietische volk onder de regering der koningen. Eene beschrijving van Israëls ontwikkeling volgens de beginselen der nieuwere methode, vol. 2, tr. by H. A. C. Denier van der Gon, P. Engels, page 5.
- Welke ongerijmde voorstellingen, welke dwaze vooroordeelen de hoogere godsdienst nog moest doen verdwijnen, kunnen wij, beter dan uit iets anders, daaruit opmaken, dat volgens een berigt aangaande de huisgoden van Michal, Davids gemalin, een lage huisgodendienst naast de innerlijke en geestelijke religieusiteit[sic] van een David bleef standhouden.
- (please add an English translation of this quotation)
- 1862, Th. Eisenlohr, Het Israëlietische volk onder de regering der koningen. Eene beschrijving van Israëls ontwikkeling volgens de beginselen der nieuwere methode, vol. 2, tr. by H. A. C. Denier van der Gon, P. Engels, page 5.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.