goedelijk

Dutch

Adjective

goedelijk (comparative goedelijker, superlative goedelijkst)

  1. Obsolete form of goelijk.

Inflection

Inflection of goedelijk
uninflected goedelijk
inflected goedelijke
comparative goedelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial goedelijkgoedelijkerhet goedelijkst
het goedelijkste
indefinite m./f. sing. goedelijkegoedelijkeregoedelijkste
n. sing. goedelijkgoedelijkergoedelijkste
plural goedelijkegoedelijkeregoedelijkste
definite goedelijkegoedelijkeregoedelijkste
partitive goedelijksgoedelijkers
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.