erotiek

Dutch

Etymology

Borrowed from French érotique, from Ancient Greek ἐρωτικός (erōtikós).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌeː.roːˈtik/
  • (file)
  • Hyphenation: ero‧tiek
  • Rhymes: -ik

Noun

erotiek f (uncountable)

  1. eroticism (erotic love, erotic activity) [from late 19th c.]
  2. erotica (erotic subject matter) [from late 19th c.]
    Synonym: erotica
    • 1871, “De pseudo-Dioskorides”, in Los en vast, page 396:
      Als wij van jeugdige lichtzinnigheid hooren, denken we in den regel veeleer aan zekere hooggekleurde erotiek dan aan dichterlijke overpeinzingen naar aanleiding, b.v., van de schrale onderwijzerstraktementen of van den hoofdelijken omslag.
      (please add an English translation of this quotation)

Descendants

  • Afrikaans: erotiek
  • West Frisian: erotyk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.