electoraal

Borrowed from French électoral, English electoral or German elektoral, ultimately from Latin ēlēctorālis.

• IPA^(key): /ˌeː.lɛk.toːˈraːl/, /eːˌlɛk.toːˈraːl/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: elec‧to‧raal
• Rhymes: -aːl

electoraal (not comparable)

1. electoral [from 19th c.]

   De politieke partij voert een intensieve electorale campagne voor de komende verkiezingen.

   The political party is conducting an intensive electoral campaign for the upcoming elections.

   De peilingen geven inzicht in het electorale gedrag van de kiezers.

   The polls provide insight into the electoral behavior of the voters.

   De partijleider hield een electorale toespraak om de steun van het volk te winnen.

   The party leader delivered an electoral speech to gain the support of the people.

   De regering neemt belangrijke beslissingen in het kader van hun electorale beloften.

   The government is making important decisions in line with their electoral promises.