droefgeestig

Dutch

Etymology

Compound of droef + geest + -ig.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˌdrufˈxeːs.təx/
  • (file)
  • Hyphenation: droef‧gees‧tig
  • Rhymes: -eːstəx

Adjective

droefgeestig (comparative droefgeestiger, superlative droefgeestigst)

  1. dolorous, sad, sombre
    Synonyms: droevig, somber, treurig

Inflection

Inflection of droefgeestig
uninflected droefgeestig
inflected droefgeestige
comparative droefgeestiger
positive comparative superlative
predicative/adverbial droefgeestigdroefgeestigerhet droefgeestigst
het droefgeestigste
indefinite m./f. sing. droefgeestigedroefgeestigeredroefgeestigste
n. sing. droefgeestigdroefgeestigerdroefgeestigste
plural droefgeestigedroefgeestigeredroefgeestigste
definite droefgeestigedroefgeestigeredroefgeestigste
partitive droefgeestigsdroefgeestigers

Derived terms

  • droefgeestigheid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.