appreciëren

Dutch

Etymology

Borrowed from Middle French apprécier.

Pronunciation

  • IPA(key): /ɑpreːsiˈeːrə(n)/, /ɑprəˈsjeːrə(n)/, /ɑprəˈʃeːrə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: ap‧pre‧ci‧e‧ren
  • Rhymes: -eːrən

Verb

appreciëren

  1. (transitive, formal) to appreciate
    Ik apprecieer je inzet en toewijding aan dit project.
    I appreciate your dedication and commitment to this project.
    We appreciëren de steun die we hebben ontvangen van onze collega's.
    We appreciate the support we have received from our colleagues.
    Hij heeft altijd het harde werk van zijn teamleden geapprecieerd.
    He has always appreciated the hard work of his team members.
    Het is fijn om te horen dat mensen je inspanningen appreciëren.
    It's nice to hear that people appreciate your efforts.

Inflection

Inflection of appreciëren (weak)
infinitive appreciëren
past singular apprecieerde
past participle geapprecieerd
infinitive appreciëren
gerund appreciëren n
present tense past tense
1st person singular apprecieerapprecieerde
2nd person sing. (jij) apprecieertapprecieerde
2nd person sing. (u) apprecieertapprecieerde
2nd person sing. (gij) apprecieertapprecieerde
3rd person singular apprecieertapprecieerde
plural appreciërenapprecieerden
subjunctive sing.1 appreciëreapprecieerde
subjunctive plur.1 appreciërenapprecieerden
imperative sing. apprecieer
imperative plur.1 apprecieert
participles appreciërendgeapprecieerd
1) Archaic.

Synonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.