afnemer
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɑfˌneːmər/
Audio (file) - Hyphenation: af‧ne‧mer
Noun
afnemer m (plural afnemers)
- (organisation) customer, client, buyer (of goods or services)
- De winkel heeft veel tevreden afnemers die regelmatig terugkomen voor hun producten.
- The store has many satisfied customers who come back regularly for their products.
- Als afnemer van hun diensten, ben ik altijd onder de indruk van de kwaliteit.
- As a client of their services, I am always impressed with the quality.
- De fabrikant levert zijn producten aan afnemers over de hele wereld.
- The manufacturer supplies its products to buyers all over the world.
- (profession) buyer, purchaser, one who is busy with procurement professionally
- Als afnemer bij een groot bedrijf moet je de beste deals sluiten voor de benodigde materialen.
- As a buyer at a large company, you need to negotiate the best deals for the required materials.
- De afnemer van dit project is verantwoordelijk voor de inkoop van alle benodigde apparatuur.
- The purchaser for this project is responsible for procuring all the necessary equipment.
- Als professionele afnemer is het belangrijk om goede relaties op te bouwen met leveranciers.
- As a professional procurement officer, it is important to build good relationships with suppliers.
Synonyms
- (organization): cliënt, klant, opdrachtgever
- (profession): inkoper, koper
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.