achterneef
Dutch
Pronunciation
- IPA(key): /ˈɑx.tərˌneːf/
Audio (file) - Hyphenation: ach‧ter‧neef
Noun
achterneef m (plural achterneven, diminutive achterneefje n)
- A grandnephew.
- Ik ontmoette mijn achterneef voor het eerst op een familiefeest. ― I met my grandnephew for the first time at a family gathering.
- Mijn oma is altijd blij om haar achterneefjes te zien. ― My grandmother is always happy to see her grandnephews.
- A male second cousin.
- Onze grootouders zijn broers, dus hij is mijn achterneef. ― Our grandparents are brothers, so he is my male second cousin.
- Het is interessant om te leren over de familiebanden en te ontdekken wie je achterneven zijn. ― It's interesting to learn about family ties and find out who your male second cousins are.
Descendants
- → Papiamentu: aktuprimu (calque)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.