aandelenhandelaar

Dutch

Etymology

Compound of aandeel (stock) + -en- + handelaar (trader, broker).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈaːn.deː.lə(n)ˌɦɑn.də.laːr/
  • (file)
  • Hyphenation: aan‧de‧len‧han‧de‧laar

Noun

aandelenhandelaar m (plural aandelenhandelaren or aandelenhandelaars)

  1. stockbroker
    De aandelenhandelaar adviseerde zijn klanten bij het kopen en verkopen van aandelen.
    The stockbroker advised his clients on buying and selling stocks.
    De aandelenhandelaren volgen de ontwikkelingen op de beurs op de voet.
    The stockbrokers closely monitor the developments in the stock market.
    Hij werkt als aandelenhandelaar bij een groot investeringsbedrijf.
    He works as a stockbroker at a major investment firm.

Synonyms

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.