Steenwijkerland

Dutch

Etymology

Compound of the toponym Steenwijk and land (“land”).

Pronunciation
  • IPA(key): /ˌsteːn.ʋɛi̯.kərˈlɑnt/
  • Hyphenation: Steen‧wij‧ker‧land
  • Rhymes: -ɑnt

Proper noun

Steenwijkerland n

  1. A municipality of Overijssel, Netherlands.
    Meronyms: Baarlo, Baars, Barsbeek, Basse, Basserveld, Belt-Schutsloot, Blankenham, Blauwe Hand, Blokzijl, De Bult, De Klosse, De Krieger, De Pol, Doosje, Eese, Eesveen, Giethoorn, Heetveld, IJsselham, Jonen, Kadoelen, Kalenberg, Kallenkote, Kuinre, Leeuwte, Marijenkampen, Moespot, Molenhoek, Muggenbeet, Nederland, Oldemarkt, Onna, Ossenzijl, Paasloo, Poepershoek, Roekebosch, Ronduite, Scheerwolde, Sint Jansklooster, Steenwijk, Steenwijkerwold, Thij, Tuk, Vollenhove, Wanneperveen, Westeinde, Wetering, Willemsoord, Witte Paarden, Zuideinde, Zuidveen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.