Midden-Groningen

Dutch

Etymology

Derived from midden (middle, mid-) and the toponym Groningen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈmɪ.də(n) ˈɣroː.nɪ.ŋə(n)/
  • (file)
  • Hyphenation: Mid‧den-‧Gro‧nin‧gen
  • Rhymes: -ɪŋən

Proper noun

Midden-Groningen n

  1. A municipality of Groningen, Netherlands
    Meronyms: Achterdiep, Beneden Veensloot, Blokum, Bokhörn, Borgweg, Boven Veensloot, Denemarken, De Paauwen, Duurkenakker, Eelshuis, Foxham, Foxhol, Foxholsterbosch, Froombosch, Gaarland, Harkstede, Heidenschap, Hellum, Het Veen, Hoogezand, Jagerswijk, Kalkwijk, Kibbelgaarn, Kiel-Windeweer, Kleinemeer, Kolham, Korengarst, Kropswolde, Lageland, Langewijk, Leentjer, Luddeweer, Lula, Meeden, Muntendam, Nieuwe Compagnie, Noordbroek, Noordbroeksterhamrik, Overschild, Roeksweer, Ruiten, Sappemeer, Schaaphok, Scharmer, Schildwolde, Siddeburen, Slochteren, Spitsbergen, Steendam, Stootshorn, Tjuchem, Tripscompagnie, Tusschenloegen, Tussenklappen, Uiterburen, Waterhuizen, Westeind, Westerbroek, Wilderhof, Wolfsbarge, Woudbloem, Zuidbroek
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.